Behandelingen - Hand

Bij een carpal tunnel syndroom ontstaat er druk op één van de zenuwen in de handpalm (medianus zenuw; geel). Dit gebeurt ter hoogte van de tunnel waarin deze zenuw de handpalm binnenloopt. Er ontstaat zwelling in de tunnel en de zenuw heeft als het ware te weinig plaats.

Door deze druk kunnen tintelingen of voosheid ontstaan in de vingers. Vaak ontstaat er bijkomend nachtelijke pijn, of pijn bij activiteiten waarbij extra druk op de handpalm gezet wordt (e.g. vasthouden van een fietsstuur, tennisraket, of strijkijzer…). Bij langdurige klachten kunnen ook de spieren thv de duimmuis verzwakken.

Een infiltratie bevat een mengsel van cortisone en lokale verdoving. Cortisone heeft een sterke ontstekingsremmende werking. Dit neemt de zwelling en de druk op de zenuw weg. Een infiltratie werkt over het algemeen goed, maar gaat gepaard met een kans dat de klachten op termijn terugkeren. Een infiltratie kan meteen op de consultatie uitgevoerd worden.

De operatieve behandeling bestaat uit het ‘openmaken’ van de tunnel. Het ligament dat het ‘dak’ vormt van de tunnel wordt doorgenomen, zodat de zenuw definitief meer ruimte krijgt. Dit is een kleine operatie die wordt uitgevoerd in dagziekenhuis.

Na de operatie zal je gedurende 2 weken de hand iets minder kunnen gebruiken. Dit om de wonde goed te laten genezen. Wel mag je meteen na de operatie goed met de vingers beginnen bewegen. Na deze 2 weken kan je de hand opnieuw normaal gebruiken. De zwelling zal geleidelijk wegtrekken en de vingers worden geleidelijk aan soepeler. Het litteken kan tot enkele maanden na de operatie wat gevoelig blijven.

Heeft u klachten van carpal tunnel syndroom? Wenst u meer informatie over de behandelingen? U bent steeds vrijblijvend welkom op onze consultatie.

Een springvinger is letterlijk een ‘verspringende’ of ‘knappende’ vinger. De vinger buigt en strekt niet meer soepel en ‘blokkeert’ soms. Dit gebeurt vanwege zwelling rondom de buigpezen naar de vinger en verdikking van de tunnel waarin deze pezen lopen. De buigpezen kunnen niet soepel meer glijden.

In een vroeg stadium is er vaak enkel pijn in de vinger bij het buigen en strekken. De vinger voelt vaak wat stijf aan. Later kunnen pijnlijke ‘blokkages’ optreden. Typisch gebeurt dit na het maken van een sterke vuist, maar het kan ook op andere momenten doorheen de dag optreden. De pijn beperkt je bij je dagdagelijkse activiteiten.

Een infiltratie bevat een mengsel van cortisone en lokale verdoving. Cortisone heeft een sterke ontstekingsremmende werking. Dit neemt de zwelling weg en zorgt ervoor dat de buigpezen weer soepel kunnen glijden. Een infiltratie werkt over het algemeen goed, maar gaat gepaard met een kans dat de klachten op termijn terugkeren. Een infiltratie kan meteen op de consultatie uitgevoerd worden.

De operatie voor een springvinger bestaat uit het openmaken van de tunnel van de buigpezen. De buigpezen krijgen meer plaats waardoor ze definitief soepel kunnen blijven glijden en de ‘blokkages’ permanent verholpen worden.

Na de operatie zal je gedurende 2 weken de hand iets minder kunnen gebruiken. Dit om de wonde goed te laten genezen. Wel mag je meteen na de operatie goed met de vingers beginnen bewegen. Na deze 2 weken kan je de hand opnieuw normaal gebruiken.  De zwelling zal geleidelijk wegtrekken en de vingers worden geleidelijk aan soepeler. Het litteken kan tot enkele weken na de operatie wat gevoelig blijven.

Heeft u klachten van een springvinger? Wenst u meer informatie over de behandelingen? U bent steeds vrijblijvend welkom op onze consultatie.

De ziekte van Dupuytren is een aandoening waarbij het lichaam een soort ‘littekenweefsel’ aanmaakt. Vaak begint dit vanaf de leeftijd van 40-50 jaar. Waarom dit proces start, is niet goed geweten. Soms is er een genetische oorzaak. Er ontstaan voelbare ‘knobbeltjes’ en ‘strengen’ ter hoogte van de handpalm.

Bij veel mensen blijft het bij ‘knobbeltjes’. Dit is onschuldig en kan geen kwaad. Bij sommige mensen kunnen de ‘knobbeltjes’ er echter voor zorgen dat de vingers krom komen te staan. Je kan je vinger niet volledig meer strekken en je kan je hand niet meer plat op tafel leggen. Dit kan hinderlijk zijn in het dagdagelijkse leven.

De behandeling voor de ziekte van Dupuytren is steeds operatief. Infiltraties, braces, of kinesitherapie kunnen de ziekte niet stoppen en zijn niet zinvol. In het verleden werd soms een infiltratie gegeven met een specifiek product genaamd ‘Xiapex’. Dit product is in Europa van de markt gehaald omwille van economische redenen en kan dus niet meer dienen als behandeling.

De operatie heeft als doel de vingers opnieuw zo recht mogelijk te krijgen. Timing van de operatie is belangrijk. Te vroeg opereren kan een trigger zijn om de ‘littekenvorming’ te versnellen; bij te lang wachten wordt het lastiger om een volledige correctie te bekomen (i.e. de vinger volledig weer recht te krijgen). Ook zijn er globaal 2 verschillende technieken: soms is het mogelijk om te corrigeren met een naaldje; soms is het beter om een snede te maken (zie afbeeldingen). Vanaf het moment dat je je hand niet meer plat op tafel kan leggen, kom je best op consultatie.

Afhankelijk van patiënt tot patiënt, kan een operatie voor de ziekte van Dupuytren complex zijn. De risicofactoren, beste operatietechniek, en mogelijke correctie variëren ook sterk van patiënt tot patiënt. We evalueren dit steeds voor uw hand specifiek, zodat u hierin goed geïnformeerd bent.

Heeft u klachten van de ziekte van Dupuytren? Wenst u meer informatie over de behandeling of wil u graag weten wat een operatie voor u kan betekenen? U bent steeds vrijblijvend welkom op onze consultatie.

Artrose of ‘slijtage’ van het duimbasisgewricht is een aandoening waarbij het kraakbeen van het gewricht progressief afneemt. Hierdoor ontstaat geleidelijk aan instabiliteit van het gewricht en bot-bot contact, wat pijnklachten veroorzaakt. Artrose van het duimbasisgewricht komt erg veel voor. Het slijtageproces is meestal ouderdom-gerelateerd en kan niet gestopt worden. Soms kan ook na een vroegere breuk of bij veelvuldig gebruik van de handen in bepaalde beroepen of hobby’s slijtage ontstaan.

De duim is de belangrijkste vinger van de hand. Hij speelt een rol in bijna alle dagdagelijkse handbewegingen. In een vroeg stadium zal je met name pijn ervaren bij het wringen (e.g. een pot confituur opendraaien, een dweil uitwringen, een sleutel omdraaien, …). De grijpkracht in je hand zal afnemen. Typisch verloopt de pijn in golven waarbij er periodes zullen zijn van meer en minder pijn. In een later stadium zullen steeds meer bewegingen pijnlijk worden. De duim wordt stijver en je hand wordt steeds zwakker.

De slijtage van het duimbasisgewricht kan beginnend of gevorderd zijn. Dit wordt bepaald op basis van de pijn, het onderzoek van de duim, en röntgenfoto’s.

In een vroeg stadium wordt duimbasisartrose behandeld met een brace en ontstekingsremming in periodes van toegenomen pijn. Ontstekingsremming kan zowel in pil-vorm als in de vorm van een inspuiting met cortisone. Soms kan ook kinesitherapie nuttig zijn. We zullen samen kijken welke optie het best bij jou past.

In latere stadia zullen de brace en de ontstekingsremming steeds minder effect hebben. We willen niet te vroeg opereren, maar eigenlijk zijn jouw klachten doorslaggevend. Wanneer jij aangeeft dat de pijnklachten je te veel hinderen in je dagdagelijks leven – ondanks brace en ontstekingsremming – kan een operatie besproken worden. De laatste jaren bestaat de standaard operatie in België uit het vervangen van het gewrichtje door een prothese. Dit geeft in het algemeen goede resultaten naar pijn en beweeglijkheid van de duim toe. Na 3 tot 6 maanden hebben de meeste mensen ook opnieuw meer kracht in hun hand.

In sommige situaties is een prothese geen goede oplossing. Dit kan bijvoorbeeld indien de slijtage zich uitbreidt naar meerdere gewrichtjes. In dat geval zal een prothese in één gewricht de pijn in de andere gewrichtjes niet wegnemen en is een ander type operatie beter. Dat bekijken we dan uiteraard samen.

Heeft u klachten van duimbasisartrose? Wenst u meer informatie over de behandelingen en revalidatie? U bent steeds vrijblijvend welkom op onze consultatie.

Artrose of ‘slijtage’ van een gewricht is een aandoening waarbij het kraakbeen van het gewricht progressief afneemt. Hierdoor ontstaat geleidelijk aan bot-bot contact, wat pijnklachten veroorzaakt. In elke vinger zitten 3 kleine gewrichtjes. Op elk van deze gewrichtjes kan slijtage ontstaan. Het slijtageproces is meestal ouderdom-gerelateerd en kan niet gestopt worden. Soms kan ook na een vroegere breuk of bij veelvuldig gebruik van de handen in bepaalde beroepen of hobby’s slijtage ontstaan.

Slijtage van de gewrichtjes in de vinger kan pijnklachten veroorzaken. In een vroeg stadium zal je met name pijn ervaren bij het wringen of bij iets stevig vastgrijpen. De grijpkracht in je hand zal afnemen. Typisch verloopt de pijn in golven waarbij er periodes zullen zijn van meer en minder pijn. In een later stadium zullen steeds meer bewegingen pijnlijk worden. De vingers worden stijf en zwak. Daarnaast kunnen er zichtbare vervorming van de vingers en cystes optreden.

De slijtage van de gewrichtjes in de vingers kan beginnend of gevorderd zijn. Dit wordt bepaald op basis van de pijn, het onderzoek van de vingers, en röntgenfoto’s. Slijtage in de vingers is in een vroeg stadium moeilijk te zien op een normale röntgenfoto. Mogelijks is bijkomend een botscan nodig.

In een vroeg stadium wordt artrose in de vingers behandeld met ontstekingsremming in periodes van toegenomen pijn. Ontstekingsremming kan zowel in pil-vorm als in de vorm van een inspuiting met cortisone. Braces kunnen, maar worden vaak niet als erg handig ervaren. We zullen samen kijken welke optie het best bij jou past.