Behandelingen - Schouder en elleboog

De rotator cuff is een verzameling van vier spieren die met hun pezen zoals een cuff of manchette aanhechten op de bol van de schouder. Iedere spier en daarbij horende pees heeft zijn eigen functie. Wanneer een of meerdere pezen gescheurd zijn, kan een cuff repair ofwel peeshechting uitgevoerd worden. Een gescheurde rotator cuff pees moet niet altijd gehecht worden. Het besluit tot een hechting is onder andere afhankelijk van uw leeftijd en de uitgebreidheid van de peesscheur. De ingreep vindt plaats onder plexus brachialis anaesthesie (plaatselijke verdoving van de arm) gecombineerd met een lichte algemene narcose.

Bij deze ingreep wordt met speciale botankertjes de gescheurde pees gehecht. Dit kan zowel via een kijkoperatie (arthroscopie) of een open procedure. De pees, die het vaakst aangetast is, heet de supraspinatuspees. Dit is de pees, die uw arm opheft. Bij een scheur van de rotator cuff,  is de lange kop van de bicepspees dikwijls ook ontstoken of ingescheurd. Deze kan tijdens dezelfde ingreep behandeld worden.

Na de ingreep verblijft u 1 nacht in het ziekenhuis. De revalidatie onder leiding van de kinesist(e) verloopt in 3 fases.

• Immobilisatie- ofwel passieve mobilisatie-fase (0 – 6 weken):
  Uw arm is 6 weken geïmmobiliseerd in een draagdoek met een kussen (abductiebrace). Enkel pendeloefeningen en passieve mobilisaties door de kinesist(e) mogen uitgevoerd worden. Zelf uw arm (actief) opheffen is verboden.
• Actieve mobilisatie-fase (6 – 12 weken):
  Focus ligt op herwinnen van de volledige mobiliteit van uw schouder. Passieve en progressieve actieve mobilisaties worden uitgevoerd. Belangrijk is om ook dagelijks thuis de oefeningen te verrichten.
• Tonificatie-fase (12 – 24 weken):
  Indien de mobiliteit van uw schouder hersteld is, wordt overgegaan tot het opbouwen van kracht van de spieren rond uw schouder. Ook in deze fase is het verrichten van de oefeningen thuis van groot belang.

Totale herstel vergt gemiddeld ongeveer 6 maanden.

Bij een schouderarthroscopie of kijkoperatie van de schouder wordt er met een camera in uw schouder gekeken. Dit gebeurt met een aantal kleine incisies. Diverse behandelingen kunnen worden toegepast, waarvan de meesten in dagkliniek kunnen plaatsvinden. De ingrepen vinden plaats onder plexus brachialis anaesthesie (plaatselijke verdoving van de arm) gecombineerd met een lichte algemene narcose.

• Impingement (subacromiale decompressie)
  Hierbij wordt er een beenderig spoor aan de onderzijde van het schouderdak (acromion) met een botfreesje verwijderd om beknelling van de onderliggende slijmbeurs en pezen (rotator cuff) op te heffen.
• AC-arthrose (AC resectie)
  AC-arthrose is slijtage van het sleutelbeengewricht ofwel AC-gewricht. Bij een AC resectie wordt met een botfreesje de arthrose aan het uiteinde van het sleutelbeen weggenomen.
• Rotator cuff scheur (cuff repair)
  Afhankelijk van uw leeftijd en de uitgebreidheid van de rotator cuff scheur, kan deze met botankertjes worden gehecht (zie ook rotator cuff scheur).
• Labrumscheur (Bankart repair)
  Een labrumscheur ofwel de bindweefselband rond de kom van de schouder met daarbij loslating van de ligamenten van de schouder kan ontstaan na een ontwrichting (luxatie). Het labrum en de ligamenten worden met botankertjes terug tegen de kom van de schouder gehecht (zie ook instabiliteit van de schouder).

De revalidatie hangt af welke letsels er tijdens de schouderarthroscopie werden vastgesteld en welke behandeling werd toegepast. Na een subacromiale decompressie of AC resectie mag de schouder direct actief en passief worden bewogen en is geen immobilisatie noodzakelijk. Belangrijk is om de mobiliteit van de schouder snel te herwinnen. Een kinesitherapie voorschrift zal worden voorzien.

Na een rotator cuff repair of labrumherstel zal immobilisatie in een draagdoek noodzakelijk zijn voor een periode tussen de 4 tot 6 weken. Een aangepast kinesitherapie voorschrift zal worden voorzien.